De kwaadaardige Hassan glipt terug naar zijn geboorteland Ahad en beraamt een plan om zijn tweelingbroer, Kasim, omver te werpen, die net tot kalief is gekroond Faud en Hassan sturen een paar huurlingen om Kasim naar een ander deel van de stad te brengen en hem te vermoorden. Kasin komt bij en ontsnapt, maar is gewond geraakt. Omar, een bedelaar, neemt Kasim mee naar zijn huis en verzorgt hem weer tot hij weer gezond is. Maar het duurt een paar weken voordat Kasin gezond is en tegen die tijd heeft Hassan de taken van een kalief stevig in de hand. In een opslagruimte vindt Kasim een maliënkolder met een grote havik op de borst en besluit prompt dat dit het kostuum is dat hij zal dragen terwijl hij vecht om zijn oude baan terug te krijgen. Ondertussen verschijnt de emir van Telif met zijn dochter, prinses Azala, met de bedoeling haar uit te huwelijken aan de plaatselijke kalief.