Het jaar 1398. Kort na het vestigen van de Joseon-Dynastie wordt Min-jae Kim door de koning benoemd tot opperbevelhebber van het leger. Dat is tegen het zere been van Bang-won Yi, de zoon van de koning, die zich toch al achtergesteld voelt omdat niet hij maar zijn zwager Jin eerder was aangewezen als kroonprins en troonopvolger. Jin, getrouwd met een dochter van de koning, heeft weinig interesse in politiek, maar des te meer in drank en mooie vrouwen. Hij heeft daarbij bijzondere belangstelling voor de mooie courtisane van commandant Min-jae Kim.